Hendrick Dirckszn Hamel

Hendrick Dickszn Hamel was de zoon van Dirck Fredericks Hamel en zijn tweede vrouw Margrieta Verhaar. Hij werd gedoopt in de Grote Kerk van Gorinchem op 22 augustus 1630

Hendricks wieg stond aan de Kortendijk in Gorinchem en daar bracht hij de eerste elf jaar van zijn leven door. Dirck, de vader van Hendrick, kocht het huis in 1626 uit de boedel van zijn oom voor fl 750,00. In 1628 kocht hij ook de twee achter gelegen huisjes en maakte van alles één groot huis met een tuin. Hendrick groeide op met een oudere blinde halfbroer Frederijck, een halfzus Janna-Maria en twee jongere volle broertjes Goossen en Johannes. Daarnaast hadden ook zijn ooms kinderen in dezelfde leeftijd. Speelgenootjes genoeg.

Inschrijving van de doop van Hendrick Dirckszn Hamel 22 augustus 1630
Inschrijving van de doop van Hendrick Dirckszn Hamel 22 augustus 1630

Het familiehuis stond in een levendige buurt met de haven binnen handbereik. Er woonden en werkten veel zelfstandige handelslieden zoals speldenmakers, leerlooiers, schoenmakers, brouwers en pijpenmakers. De naaste buren waren een oom en tante van moeder Margrieta met een herberg/brouwerij. Dirck was samen met zijn broer Gerrit en halfbroer Goossen aannemer van vestingwerken en werkzaam door het hele land en over de grens tot in Pruissen. Met een vader die vaak langere periodes weg was, zal het gezin grotendeels op de moeder hebben gesteund maar helaas overleed zij in 1635, vlak nadat zij het leven had geschonken aan Johannes. Tantes, de moeder van Margrieta en misschien een meid zullen de zorg voor de kinderen op zich hebben genomen want Dirk reisde door Nederland en Duitsland voor het werk. Op 15 december 1638 trad Dirck voor de derde keer in het huwelijk, nu met Eelken Jans van Dusseldorp. In 1641 overleed ook Dirck vrij plotseling aan een ziekte. Het huis moest worden verkocht en bracht fl 2.600,00 op. Veel geld voor die tijd. Alles wijst erop dat de kinderen opgenomen zijn binnen de familie. Grootmoeder Cunera van Wevelinckhoven en haar zus Margrieta met haar man Anthony Wiard, de in de buurt wonende oom en tante, lijken zich min of meer over de drie oudste kinderen ontfermd te hebben. Goossen groeide op bij zijn oom van moeders zijde, Robert Verhaar. Wie zich ontfermd heeft over de kleine Johannes is niet duidelijk. Het touwtrekken om het door Dirck verdiende geld voor de aangenomen werken alsnog betaald te krijgen duurt nog zeker 7 tot 8 jaar.

Hendrick Hamel Museum aan de Kortendijk in Gorinchem (eigen foto)
Hendrick Hamel Museum aan de Kortendijk in Gorinchem (eigen foto)

Hendrick en de VOC

Hendrick had een goede schoolopleiding gehad voor hij voor de VOC vertrok met de Vogelstruijs in november 1650. Hij monsterde aan als busschieter en kwam in juli 1651 aan in Batavia. Door het ontbreken van de monsterrollen uit die tijd is niet het niet duidelijk wat hij deed tussen juli 1651 en 17 juni 1653, toen hij met de Sperwer vertrok naar Formosa. Hij was ondertussen wel gepromoveerd tot assistent. Dat blijkt uit een proces dat de koopman Dirck Schoorl in 1656 aanspande tegen de boekhouder van het kasteel in Batavia om de 200 rijksdaalders terug te krijgen uit de verdiende gage van Hendrick Hamel die als assistent te boek stond. Schoorl leende die aan hem op 8 juni 1653, vlak voor het vertrek van de Sperwer. 

Het schip, met schipper Reijnier Egbertsz, vertrok naar Formosa om de nieuwe Gouverneur en zijn gezin weg te brengen en zou meteen terugkeren naar Batavia. Maar tegen alle bedoelingen in werd het schip vanuit Formosa doorgestuurd naar Japan. Een reis die eigenlijk door het schip de Trouw gemaakt zou worden maar dat nooit was aangekomen op Formosa. De Chinese Zee was berucht om zijn stormseizoen en gezien de grote verliezen die dan geleden werden, had de VOC besloten dat ertussen 1 augustus en eind september geen schepen in die richting mochten vertrekken. Op het randje van het naderende stormseizoen vertrok de Sperwer toch op 29 juli 1653 richting Japan.

 

 

Twee dagen na vertrek van Formosa kwam de Sperwer in een hevige storm terecht om bijna schipbreuk te lijden op de Chinese kust. Men wist nog maar net aan het noodlot te ontsnappen en zeilde in betrekkelijke rust richting Japan, zich niet bewust van het feit dat inmiddels wrakstukken van de Trouw gevonden waren die onterecht aangezien werden voor wrakstukken van de Sperwer. De vermoede ondergang van de Sperwer werd door de Gouverneur gemeld aan Batavia. Het schip, de lading en het “costelijcke volk”, sterk 64 man, werden afgeschreven. Ondertussen liep de Sperwer, in een nieuwe dagenlange storm die uitgroeide tot een typhoon, alsnog op 16 augustus 1653 op de onder water gelegen rotsen aan de zuidkust van het Koreaanse eiland Cheju, door de Nederlanders Quelpaerts Eiland genoemd. Van de 64 man aan boord overleefden 36 de schipbreuk. Zij werden gevangen genomen en naar Seoul gebracht. Een verslag over wat hen daar allemaal overkwam is te lezen in het verhaal over de ondergang van de Sperwer door Hendrick Hamel.

Op 15 januari 1662 werd in Gorinchem een notariële akte opgemaakt waarmee de erven van Hendrick de verschuldigde gage opvragen. Zijn erven zijn Johannes zijn broer die in 1660 ook naar Indië is gevaren met achterlaten van een vrouw en drie kinderen, en Anna Maria Hamel, zijn halfzuster wiens man Frederick Cloppenburg ook naar Indië is vertrokken en haar met een klein kind heeft achtergelaten. De tegoeden van Hendrick zouden nog fl 230,10 zijn. Dit werd aan de familie uitbetaald. Van de broers Frederick en Goossen is niet terug gevonden dat zij zich ook als erfgenamen opstellen. Dat kan betekenen dat ze niet meer in Gorinchem woonden en/of inmiddels waren overleden. Van Goossen is bekend dat hij op 18 juli 1657 nog leefde, ongehuwd was en in Gorinchem woonde. Hij liet toen zijn testament opmaken en benoemde twee nichtjes tot zijn erfgenamen. Niemand had kunnen verwachten dat Hendrick ooit nog eens voor de deur zouden staan.

 

Hendrick schreef het verhaal over het vergaan van de Sperwer, de ontsnapping van 7 van de nog in leven zijnde bemanningsleden na 13 jaar, over het leven in Korea en het Koreaanse volk. Dat overhandigde hij op 11 december 1667 aan de Raad in Batavia. Het verslag arriveerde al in 1668 in Nederland met de eerste groep. Ondanks dat de verslagen staatsgeheim waren, verscheen de eerste gedrukte versie al binnen 2 maanden. Versie twee en drie volgden elkaar snel op. Hendrick kwam pas in juli 1670 in Nederland aan samen met de resterende schipbreukelingen die de gevangenschap hadden overleefd. 

 

Weer opnieuw op pad met de VOC

Lang bleef hij niet thuis. Hij vertrok opnieuw met de VOC, nu als  boekhouder, in december 1671 met de Opmeer naar Tuticorin. De Opmeer kwam daar 28.7.1672 aan. Op de reis was slechts  een dode te betreuren. De kans was dus groot dat Hendrick levend aangekomen is. Het duurt even voor dat bevestigd werd maar zowel in 1679 als in 1680 is Hendrick aan boord van de Opmeer samen met schipper Barent Andrieszn. In 1680 kwamen ze vanaf de kust van de Coromandel richting Batavia. De reis duurde veel langer dan verwacht en op 20 september 1680 gaven ze, van uit de Straat van Sunda, een Javaans vaartuigje een  brief mee voor Batavia  waarin ze laten weten dat ze zich in moeilijkheden bevinden. Waterzucht heeft het scheepsvolk en 25 van de aanwezige slaven geveld. Het inlandse scheepje arriveerde al op 22 september in Batavia maar de Opmeer had nog tot 10 oktober nodig om in Batavia aan te komen. Hierna ontbreekt ieder spoor van Hendrick. Hij was erfgenaam van zijn ongetrouwde oom Cornelis Benschop. Toen deze in februari 1692 stierf werd geen rekening meer gehouden met het feit dat Hendrick zijn erfgenaam was. Zijn familie leek dus te weten dat hij overleden was of niet meer terug kwam. Een Gorinchemse genealoog uit de 18e eeuw heeft een aantal stambomen gepubliceerd waaronder ook die van de familie Hamel. Hij haalde daarin een aantal zaken door elkaar waarbij hij Hendrick Hamel liet overlijden maar daarbij de gegevens van het overlijden van Cornelis Benschop invulde. Waar en wanneer Hendrick Hamel is overleden is onbekend. In Gorinchem staat het Hendrick Hamel Museum, ongeveer op de plaats waar ooit zijn geboortehuis stond, waarin het verhaal over Hendrick en zijn epische reis verteld wordt.

 


 

Meer lezen over Hendrick Hamel?

De Wereld van Hendrick Hamel, Nederland en Korea in de zeventiende eeuw. Vibeke Roeper en Boudewijn Walraven (red)

Verhaal van het vergaan van het jacht de Sperwer (1656-1663) door Hendrick Hamel. Uitgegeven door B. Hoeting ( van Linchotenreeks)

Hollanders in Korea. H.J. van Hove

The Dutch  come to Korea,  Gari Ledyard

Het journaal digitaal

 

 

 Bronnen:

Regionaal Archief Gorinchem: dtb registers. Notarieel en rechterlijk archief

Nationaal Archief  1.04.02. 

Stadsarchief Den Haag, Oud Notarieel Archief  

Copyright: Valentine Wikaart - Derkzen, december 2021.