Naam: Lodewijk van Balen
Gedoopt: (nog) onbekend
Gehuwd: Susanna Schriek (1711) 2 kinderen
Gage: fl 30,00
Schip heenreis: Donkervliet Neptunes
Kamer: Rotterdam Rotterdam
Vertrokken: 30-04-1709 21-5-1717
Schip retour: Ouwerkerk
Kamer: Enkhuizen
Aankomst: 16-07-1710
Overleden: 2-5-1718 Azïe
Lodewijk van Balen van Gorcum kreeg op 30 april 1709 twee maanden gage als voorschot op zijn salaris ter hand gesteld. Als ziekentrooster vertrok hij aan boord van de Donkersloot van de Kamer Rotterdam met een schuld van fl 200,00 aan Rachel Creeveld. De Donkervliet had een zeer voorspoedige heenreis want het arriveerde, na een maand oponthoud aan de Kaap de Goede Hoop, al op 15 november 1709 in Batavia. Desondanks waren er nog 8 doden te betreuren. De snelle overtocht was ook nadelig voor de inkomsten van Lodewijk want hij eindigde deze tocht met een negatief saldo van 68 gulden. Zo snel als hij heen ging kwam hij ook weer terug. In december arriveerde, vanuit Bengalen, de Ouwerkerk en dit schip werd meteen gereed gemaakt om naar Nederland terug te varen. Lodewijk werd op dit schip overgeplaatst, verliet Batavia al weer op 17 januari 1710 en op 16 juli 1710 kwam het schip op de rede van Texel aan. Het zal een rustige terugreis geweest zijn met maar 1 dode. Op 10 oktober 1710 betaalde de VOC hem fl 177,00 uit.
Lodewijk ging terug naar Rotterdam en leerde daar Susanna Schriek kennen. Op 29 november 1711 gingen zij in Rotterdam in ondertrouw en op 15 december traden zij in het huwelijk. Hoognodig zoals bleek want op 24 januari 1712 werd zoon Pieter, ook in Rotterdam, gedoopt. Op 3 mei 1714 werd dochter Maria gedoopt en woonde de familie aan de Princestraat in Rotterdam. De kamer Rotterdam was niet zo groot en had maar een beperkt aantal vacatures voor ziekenroosters. Maar op 25 mei 1717 vertrok Lodewijk voor de tweede keer als ziekenrooster voor de kamer Rotterdam.
Dit keer moest hij het doen met fl 24,00 per maand. Het werd een moeizame overtocht tot aan Kaap de Goede Hoop. Half juli viel een matroos over boord viel en verdronk. Lodewijk heeft hooguit nog een gebed voor hem ter nagedachtenis uit kunnen spreken. Vanaf eind augustus ging het mis aan boord. In de nog twee resterende maanden tot de aankomst op de Kaap overleden nog 13 matrozen, 12 soldaten en de kok. De onderkoopman stelde diverse testamenten op en men ging er zelfs toe over om de verkoop van bezittingen van de overledenen eens in de paar dagen bij opbod te verkopen in plaats van aan het einde van de dag van overlijden. In twee gevallen kocht Lodewijk de aanwezige ducatons en rijksdaalders uit de nalatenschap. Een handige manier om aan geld te komen want de aankopen bij een boedelverkoping werden pas verrekend bij het afsluiten van de boeken na terugkomst in Nederland.
Het schip bleef 6 weken op de Kaap de Goede Hoop en nam nieuw personeel aan om verder te kunnen varen naar Batavia. Lodewijk overleefde de reis en kwam op 8 maart aan bij Batavia. Veel tijd om de stad beter te leren kennen kreeg hij niet. Hij overleed op 2 mei 1718. Nu werden zijn bezittingen bij opbod verkocht en brachten 61 guldens op. Net zo veel als hij aan de ducatons uitgegeven had. Los van het feit dat Susanna weduwe geworden was, moest zij ook nog het restandje salaris delen met de huisbaas die nog een flinke rekening had openstaan. Susanna hertrouwde in 1736 in Rotterdam met Leendert van Rijssel. Zij overleefde haar eerste man bijna 45 jaar.
Bronnen:
· Regionaal Archief Gorinchem, index DTB
· Stadsarchief Rotterdam, index DTB
· NA 1.04.02. 13894, 1.04.02.14134
· http://resources.huygens.knaw.nl/das
Copyright: V.C. Wikaart - Derkzen, maart 2020